De eerste editie van het Nederlandse damestijdschrift Libelle verscheen in april 1934. Toen de productie na de oorlog in 1945 heropstartte, verscheen er een Vlaamse versie van het tijdschrift. Daarvoor richtte de Haarlemse Uitgeverij De Spaarnestad een apart bedrijf ‘Libelle N.V.’ op. In 1970 fuseerde Libelle met Rosita, en twintig jaar later ook met Het Rijk der Vrouw. In 2001 werden alle tijdschriften van VNU, waartoe sinds 1964 ook Libelle behoort, overgenomen door Sanoma.
In de Wetstraat 44 en later in de Ommeganckstraat was tot 1950 Uitgeverij De Palm gevestigd. De Palm bracht onder meer een jeugdtijdschrift uit waarvan de Antwerpse auteur Frans Caroline Ridwit, alias Frans De Ridder de ‘letterkundig leider’ was. Na zijn vertrek bij De Palm begon Ridwit te werken als redacteur voor Libelle, onder meer met het fingeren van een brievenrubriek.
De tegel verwijst naar het insect libelle, hoewel de naam van het tijdschrift hier geen link mee heeft: die vindt zijn oorsprong in het Latijnse ‘libellus’, dat ‘boekje’ of ‘geschrift’ betekent. Het insect kreeg zijn naam dankzij ‘libella’, Latijn voor ‘waterpas’, omwille van de horizontale stand die het insect in de lucht vaak aanneemt en die doet denken aan een weegschaal.