49 | Jan Fabre
Pastorijstraat 23
Vlaams acteur Julien Schoenaerts, vader van de internationaal geprezen Matthias Schoenaerts, werd door zowel publiek, pers als collega’s beschouwd als een van de grootsten van zijn generatie in Vlaanderen. In 1970 richtte hij samen met zakenman Aimé Proost in de Pastorijstraat het Ringtheater op, dat in 1974 in de vlammen opging. Hij overleed in 2006 op 81-jarige leeftijd, en werd twee jaar later vereeuwigd op het kerkplein van onze wijk (zie ook tegel 2).
Eind 1999 nam kunstenaar Jan Fabre, vertrouwd met de buurt want opgegroeid in de Lange Beeldekensstraat, met zijn theatergezelschap Troubleyn zijn intrek in het voormalige Ringtheater, nadat hij zijn repetitieruimte in de Begijnenstraat moest verlaten omdat het gebouw gesloopt werd. Hij kreeg het verkommerende pand, dat een jaar eerder werd gekocht door de stad, voor 33 jaar in erfpacht, maar Fabre en zijn compagnie moesten lange tijd zoeken naar middelen om het pand terug leefbaar te kunnen maken. Met sponsorgelden, eigen geld van Fabre en financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap en stad Antwerpen konden er eindelijk toch verbouwingswerken plaatsvinden, die in 2007 werden afgerond. Bij de renovatie van het pand, dat zowel atelier, laboratorium, repetitieruimte als tentoonstellingsgebouw (en nog zoveel meer) is, werden de bakstenen muren en beschadigingen van het voormalige gebouw zo veel mogelijk gerespecteerd.
In maart 2007 opende het Troubleyn officieel de deuren.
Wie Fabre denkt, denkt (scarabee) kever: zo zette hij in 2004 een polyester exemplaar van bijna drie meter groot op een naald van 23 meter hoog op het Leuvense Ladeuzeplein, en bekleedde hij in 2002 een plafond van het Brussels paleis met anderhalf miljoen dekschildjes.
