Voetballegende Rik Coppens (29 april 1930 – 5 februari 2015) wordt dan wel de koning van het Kiel genoemd, maar zijn bakermat is Antwerpen-Noord. Rik groeide op in de Seefhoek, waar zijn ouders op dit adres een goed draaiende viswinkel hadden. Als kind hielp hij veel in de viswinkel, maar leerde hij ook voetballen op de Antwerpse pleintjes. Zijn clubcarrière begon hij op zestienjarige leeftijd bij Beerschot. Die club bleef hij trouw tot op het einde. Coppens werd in 1954 verkozen tot de beste speler in de eerste klasse en werd zo de allereerste winnaar van de Gouden Schoen. Hij speelde in totaal 389 competitiewedstrijden en scoorde daarin 261 doelpunten. Hij was tweemaal topschutter in de Belgische competitie. Tussen 1947 en 1959 speelde Coppens ook 47 keer voor het Belgisch voetbalelftal waarbij hij 21 doelpunten maakte.
Coppens was even opvallend naast als op het veld: flamboyant, zelfbewust, vol humor en nooit verlegen voor een scherpe uitspraak.
De mozaïek is opgebouwd rond 4 belangrijke elementen in het leven van Rik Coppens: